nieuws

DRIFT-rapport Afvalprikkels aangeboden aan Tweede Kamer

13 april, 2020

 
Op 10 april stuurde Minister Van Veldhoven een verzamelbrief naar de Tweede Kamer over diverse onderwerpen op het gebied van de circulaire economie. Ons rapport Onderzoek Afvalprikkels stuurde zij mee met de brief.
 
In 2018 verschenen verschillende mediaberichten over een toename in de hoeveelheid gestort afval, het nuttig toepassen van ‘bodemassen’ (een restproduct na de verbranding van afval) en het importeren van afval uit het Verenigd Koninkrijk.
 
Deze berichten waren voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aanleiding om DRIFT in te schakelen om te onderzoeken of de huidige prikkels voor het storten, verbranden en nuttig toepassen van afval nog in de goede richting staan: de richting van een circulaire economie. Uit ons rapport blijkt dat er nog een grote kloof bestaat tussen de idealen van de circulaire economie en het (eigen)beeld van een zeer sterk op kosten concurrerende afvalsector in het heden. 
 
Voorbij de minimumnorm?
Dit heeft geleidt tot de volgende inzichten: in het huidige afvalsysteem wordt er vooral gestuurd op een afname in gestort afval alsmede op een verschuiving weg van verbranding naar meer recycling. In grote mate is dit ook gelukt: de hoeveelheid gestort afval is het afgelopen decennium sterk gedaald.
 
Echter bestaat er weinig motivatie om het beter te doen dan de minimumnorm. Er is nog een grote kloof tussen de idealen van de toekomstige circulaire economie en het (eigen)beeld van een zeer sterk op kostenconcurrerende afvalsector in het heden. Ook wijzen de resultaten uit dat het storten en verbranden van afval nog steeds vaak financieel aantrekkelijker zijn dan recycling. Er is hierbij ook gekeken naar de verwerkingsmethoden van het afval van belangrijkste doelgroepen: huishoudelijk afval, kantoor/winkel afval (HDO), bouw- en sloopafval, zuiveringsslib en industrieel afval.
 
Prikkels
Voor de meeste doelgroepen zijn de juridische prikkels sterk in het borgen van de huidige prestaties, maar wijzen financiële prikkels vaak niet in de richting van een circulaire economie. Ook spelen institutionele en mentale prikkels een kleinere rol. Samen resulteren deze prikkels vooral in een status quo, waarin op deelgebieden winst geboekt wordt, maar waarbij het hele systeem (nog) niet in transitie naar een circulaire economie lijkt te gaan en de zeer ambitieuze, circulaire doelen nog ver weg lijken. 
 
Bredere aandacht
Op dit moment richt de discussie, die ook aanleiding was voor dit onderzoek, zich sterk op de achterhoede: waar wordt de minimumnorm opgerekt of mogelijk overtreden? Voor een transitie zal
de aandacht veel breder moeten komen te liggen: hoe komen we tot hogere minimumnormen en hoe stimuleren we bedrijven (en burgers) om de minimumnorm te overtreffen. De aandacht zou moeten uitgaan naar gelijktijdig (1) een voorhoede creëren, (2) het peloton naar een hoger niveau tillen en (3) pas als sluitstuk de achterhoede verkleinen. Aan het eind van dit rapport verkennen we een aantal interventiemogelijkheden op elk van deze drie sporen.
 
Lees meer
Lees hier de verzamelbrief van de minister en download hier het volledige rapport.